Herfst
Seizoensgedicht
Borstvogel
Wetenschapper, dichter en tekenaar Leo Vroman (1915-2014) woonde een groot deel van zijn leven in de Verenigde Staten. Daar kenden ze hem vooral als bioloog, terwijl hij hier naam maakte als dichter. Vanaf 1947 werd zijn werk uitgegeven door Querido.
‘Borstvogel’ was opgenomen in de bundel Gedichten uit 1946, maar ik ken dit gedicht uit een veel recentere uitgave van 2015, De Vogel in mijn Borst. Er hoort een muziek-cd bij die Frans van Deursen maakte naar aanleiding van Vromans overlijden. Van Deursen zingt de gedichten op muziek van door hem bewonderde componisten, waaronder Theo Nijland, Daniël Lohues en Spinvis. Hij bracht de gezongen poëzie ook op de planken in de vorm van een theaterconcert.
Een vogel die zijn eigen veren eet; dit gezongen gedicht raakte me meteen. Een beweging naar zijn (haar) binnenste, om bij de kern te komen, bij de ziel van zingen. De tekst laat zich niet eenvoudig verklaren, het is een gedicht met lagen. De betekenis resoneert op een ander niveau, en in het lied laat de tekst zich voelen. ‘Borstvogel’ is misschien wel het meest verdrietige gedicht dat ik ken.
Hijs mij omhoog tot voor mijn blik

de sterren scheren langs de kooi
en kleur verschieten in mijn tooi
die keert wanneer ik naar hen pik.
Ik ben de vogel in mijn borst
die zingen kan als hij zijn kleed
in plokken losrukt en het eet.
Hij proeft alleen maar dorst,
geen water weekt zijn bitter maal;
en toch: wanneer hij zich bespaart
één laatste veerpluim in de staart
verliest hij zang en taal.
Dan is het ongezongen lied
– hoe diep de nacht of purper licht –
en het ondenkbaarste gedicht
voor hem nog niet.
Hij beidt zijn eigen dag vol hoop
dat hij met stoppels in de stuit
zijn jubelende kreten uit.
Dan sterft hij aan de doop.
Beluister ‘Borstvogel’ hier: https://www.youtube.com/watch?v=WoFhMqxMvyc